OncoWest zet stappen in de digitalisering van pathologie

17 september 2024

“Ons vak staat aan de vooravond van een nieuwe revolutie”

 

De ontwikkeling van digitale pathologie is een belangrijke innovatie in het vakgebied. Met het uitwisselen van digitale beelden van onderzoeksmateriaal kunnen pathologen makkelijker gebruikmaken van elkaars kennis en specialisme. In 2021 zijn de eerste stappen gezet voor regionale digitale pathologie in een project van OncoWest. Wat houdt dit precies in en waar staan we?

Om te begrijpen wat het belang is van deze digitalisering kijken we eerst naar pathologie zelf. Pathologie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met het stellen van de (weefsel)diagnose. Het onderzoek binnen de pathologie richt zich op het beter begrijpen hoe een ziekte ontstaat en op het vinden van prognostische of predictieve biomarkers. Deze markers geven informatie over het beloop van de ziekte (prognose) of de kans op therapie-effect (predictie). Met behulp van de microscoop, cel- en/of weefselmateriaal van een patiënt kan de patholoog al dan niet in samenspraak met medisch specialisten een diagnose stellen. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar kankercellen. Wanneer de diagnose en juiste type kanker is vastgesteld, kan de daarbij horende behandelprocedure worden toegepast.

Hoe gaat pathologisch onderzoek in zijn werk?

Het onderzoek van een patholoog bestaat kort gezegd uit drie stappen: macroscopie, microscopie en een verslag/conclusie. De behandelend specialist neemt een stukje huid of ander weefsel of cellen weg voor onderzoek. Dit kunnen kleine stukjes zijn (biopten) of grote operatiepreparaten (resecties). De patholoog beoordeelt dit nog niet bewerkte stukje weefselmateriaal en neemt de juiste stukjes afwijkend weefsel daaruit. Dit noemen we macroscopie. Deze stukjes worden gefixeerd in de vloeistof formaline. Daarna wordt het in paraffine, ofwel kaarsvet, gelegd dat de vorm van een blokje krijgt. Van het blokje wordt een heel dun plakje gesneden en op een glaasje gelegd en gekleurd. De beoordeling van het weefselplakje (coupe) onder de microscoop en met digitale pathologie via een pc-scherm noemen we de microscopie.

Snellere uitwisseling met digitale pathologie

De ziekenhuizen Groene Hart, Alrijne, Reinier de Graaf, Haga Den Haag en Zoetermeer, HMC en LUMC werken op het gebied van kankerzorg samen in OncoWest. De afdelingen van deze ziekenhuizen delen onderling kennis en materiaal uit voor bijvoorbeeld nader onderzoek of herbeoordelingen. Hoogleraar prof. dr. Vincent Smit van het LUMC licht dit toe: “Subspecialisatie binnen de pathologie is in opkomst. De artsen willen steeds meer gedetailleerdere informatie en stellen daarmee steeds hogere eisen aan de expertise van de patholoog. Denk bijvoorbeeld aan de nefroloog die een patholoog nodig heeft met verstand van nierziektes. Of een hersen-/neurochirurg die met een neuropatholoog wil overleggen. Binnen de pathologie zijn er ongeveer 15 tot 20 van dergelijke subspecialisaties. Het materiaal wordt vaak vanuit de regio richting LUMC verstuurd voor revisies (herbeoordelingen) bij overplaatsing van patiënten met complexe aandoeningen of consulten inclusief moleculaire diagnostiek. Om dat te kunnen doen worden de coupes en blokjes aangeleverd. Dat gebeurt nu fysiek via bodes. Per jaar ongeveer 5.000 keer. Met digitalisering spelen afstand en tijd geen rol meer. Digitalisering betekent dat je locatie-onafhankelijk kunt beoordelen. Nu kunnen we alleen verslagen delen. Met de beelden van andere pathologen kun je ook je eigen visuele (her)beoordeling doen. Dit is een belangrijke stap voorwaarts. Het komt de kwaliteit van de diagnostiek binnen de hele regio ten goede.”

Lex Bras, projectleider bij Alrijne, vult dit aan: “Digitalisering zal niet alleen de uitwisseling van beelden vergemakkelijken. Het maakt ook mogelijk dat pathologen real-time met elkaar kunnen overleggen en samenwerken, ongeacht hun locatie. Dit is vooral cruciaal bij complexe casussen die specifieke expertise vereisen.”

De eerste stappen zijn gezet

Een OncoWest-project werkt aan de uitrol van een gemeenschappelijk platform. Dit platform moet de uitwisseling van pathologiebeelden, relevante bijbehorende informatie en samenwerking mogelijk maken. LUMC en Alrijne hebben hierin de trekkersrol. Daarbij is er nadrukkelijk de optie voor de andere ziekenhuizen om hierop te kunnen aansluiten. Lex Bras van Alrijne en Edith Hogenbirk, laboratoriummanager van het LUMC, zijn de projectleiders.  Bras benadrukt het belang van een bredere regionale aanpak: “In plaats van het project op één ziekenhuis te richten, is het belangrijk om te beseffen dat dit een regionale samenwerking betreft. Door het regionaal aan te pakken, kunnen we de kwaliteit en snelheid van de diagnostiek in de hele regio verbeteren.”

Zogeheten coupescanners kunnen de weefselcoupes op de glaasjes digitaliseren. Het LUMC heeft inmiddels vijf coupescanners kunnen aankopen. Edith Hogenbirk: “Het is top dat ook bestuurlijk deze digitalisering wordt omarmd. We zijn het divisiebestuur en Raad van Bestuur van het LUMC dan ook zeer erkentelijk dat deze scanners er zijn gekomen. De beelden worden gekoppeld aan ons huidige laboratoriuminformatiemanagement systeem (LIS) en per september van dit jaar zijn we live met deze lokale digitalisering. Onze complete productie wordt nu gedigitaliseerd en beoordeeld door de arts-assistenten en de pathologen.”
Als Alrijne ook de scanners heeft aangeschaft, kunnen de ziekenhuizen de beelden in een image management systeem (IMS) delen. De volgende stap in het project is daarom de aanschaf van dit IMS. In verschillende sessies worden de definitieve architectuur en ontwerpeisen voor de regionaal te hosten software bepaald. De planning is om begin 2025 live te gaan met het IMS.

Derde  revolutie in de pathologie

Vincent Smit kijkt uit naar de komst van het image management systeem: “Wij kunnen straks met dezelfde hoeveelheid pathologen meer werk doen met een hogere kwaliteit. De diagnostiek wordt beter en we kunnen het samenwerken beter vormgeven. Met OncoWest willen we deze regionale oplossing realiseren.”

De toekomst is na een regionale uiteindelijk een landelijke oplossing, denkt Smit. “Het zou heel goed zijn voor pathologie Nederland als we met elkaar de schouders hieronder zetten en kijken in hoeverre we de digitalisering kunnen koppelen aan ons landelijke PALGA-systeem. We staan tenslotte aan de vooravond van een nieuwe revolutie. Na de digitalisering kan ook de introductie van talrijke AI-algoritmen binnen de diagnostiek worden geïmplementeerd. Dit maakt de diagnostiek nog beter. Het is fantastisch om als patholoog na de ‘bruine’ (met immunohistochemie) en de moleculaire revolutie deze nieuwe revolutie binnen ons vakgebied te mogen meemaken,” aldus Smit.

 

Lees hier meer over dit project.